Basisindeling ontwerpscherm

Zoals u in onderstaande figuur kunt zien bestaat een rapportopmaak uit meerdere stroken (bands). Deze stroken hebben bepaalde functies en vormen het ‘frame’ van uw ontwerp. Het gebruik van de verschillende stroken is afhankelijk van het soort ontwerp dat u maakt. Voor een etiket gebruikt u bijvoorbeeld geen PageHeaderBand of HeaderBand en ook geen PageFooterBand, maar alleen een DataHeaderBand. Waarvoor dienen deze stroken?


Figuur 9-4: Het standaard rapportontwerp voor afdrukken van het Zoekresultaat met de vier ‘stroken’.


PageHeaderBand 
In deze strook plaatst u tekst die bovenaan op elke pagina moeten worden afgedrukt, bijvoorbeeld een rapporttitel of de datum waarop het rapport werd gemaakt.


HeaderBand
Deze strook wordt altijd gebruikt in combinatie met de DataHeaderBand. In de HeaderBand plaats u kolomnamen boven kolommen in de DataHeaderBand.


DataHeaderBand
Deze strook vormt meestal het eigenlijke rapport. Hierin plaatst u de velden van gegevensbestanden uit Aura waarvan de waarden op opeenvolgende regels worden afgedrukt. U wilt bijvoorbeeld een ontwerp maken voor een rapport van het zoekresultaat. De verschillende velden zoals titel, auteur, sisocode, uitgever, editie plaatst u in de DataHeaderBand.


PageFooterBand 
In deze strook plaatst u tekst die onderaan elke bladzijde moet worden afgedrukt, zoals het paginanummer, de datum of de naam van de organisatie waar u werkt, etc.


Andere Bands/Stroken
In de rappelbrieven worden ook nog andere stroken gebruikt. Zie ‘Rappelbrieven ontwerpen’.


Componenten
In elke strook kunt tekstvelden plaatsen met vaste tekst maar ook tekstvelden met een of meerdere gegevensvelden uit een bestand (titel, auteur etc.), foto’s of een barcode. Al deze attributen noemen we componenten. U kunt deze componenten ten opzichte van elkaar uitlijnen, breedte en hoogte aangeven, een kleur geven en nog veel meer (zie hieronder).